2 Kronieken 20:15

SVEn hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods.
WLCוַיֹּ֗אמֶר הַקְשִׁ֤יבוּ כָל־יְהוּדָה֙ וְיֹשְׁבֵ֣י יְרוּשָׁלִַ֔ם וְהַמֶּ֖לֶךְ יְהֹושָׁפָ֑ט כֹּֽה־אָמַ֨ר יְהוָ֜ה לָכֶ֗ם אַ֠תֶּם אַל־תִּֽירְא֤וּ וְאַל־תֵּחַ֙תּוּ֙ מִפְּנֵ֨י הֶהָמֹ֤ון הָרָב֙ הַזֶּ֔ה כִּ֣י לֹ֥א לָכֶ֛ם הַמִּלְחָמָ֖ה כִּ֥י לֵאלֹהִֽים׃
Trans.wayyō’mer haqəšîḇû ḵāl-yəhûḏâ wəyōšəḇê yərûšālaim wəhammeleḵə yəhwōšāfāṭ kōh-’āmar JHWH lāḵem ’atem ’al-tîrə’û wə’al-tēḥatû mipənê hehāmwōn hārāḇ hazzeh kî lō’ lāḵem hammiləḥāmâ kî lē’lōhîm:

Algemeen

Zie ook: Eerbied, Ontzag, Vreze, Jeruzalem, Woord van God

Aantekeningen

En hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֗אמֶר

En hij zeide

הַקְשִׁ֤יבוּ

Merkt op

כָל־

geheel

יְהוּדָה֙

Juda

וְ

-

יֹשְׁבֵ֣י

en gij, inwoners

יְרוּשָׁלִַ֔ם

van Jeruzalem

וְ

-

הַ

-

מֶּ֖לֶךְ

en gij, koning

יְהוֹשָׁפָ֑ט

Jósafat

כֹּֽה־

Alzo

אָמַ֨ר

zegt

יְהוָ֜ה

de HEERE

לָ

-

כֶ֗ם

-

אַ֠תֶּם

gijlieden

אַל־

niet

תִּֽירְא֤וּ

tot ulieden: Vreest

וְ

-

אַל־

niet

תֵּחַ֙תּוּ֙

en wordt

מִ

-

פְּנֵ֨י

-

הֶ

-

הָמ֤וֹן

menigte

הָ

-

רָב֙

grote

הַ

-

זֶּ֔ה

deze

כִּ֣י

want

לֹ֥א

is niet

לָ

-

כֶ֛ם

-

הַ

-

מִּלְחָמָ֖ה

de strijd

כִּ֥י

uwe, maar

לֵ

-

אלֹהִֽים

Gods


En hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!